update; 11-10-2016 Fokkerij van honden - de genetica door Frank van Tatenhove ©, Dit resultaat willen alle fokkers graag hebben!
INLEIDING: Fokkers zijn mensen die individuen op de wereld zetten zoals zij deze produceren , zij Darwin in de vorige eeuw en dat is uiteraard nog steeds zo, want van natuurlijke selectie waarover Darwin ook schreef is generlei sprake . Darwin noemde fokkers producenten, eigenlijk heeft hij gelijk want wij zetten individuen op de wereld zoals wij ze willen. Mendel zijn aantekeningen dateren uit dezelfde tijd in de vorige eeuw, maar zijn geheel anders van aard , Mendel had niet de mogelijkheden om die reizen te maken die Darwin kon maken, hij wierp zich heel anders op de studie van de natuur en zijn ontdekkingen zijn ook anders geïnterpreteerd. Hij telde werkelijk ieder erwtje en boontje en het aantal bloemen en planten uit de kruisingen die hij maakte, al deze resultaten turfde hij en zo zijn de wetten van Mendels erfelijkheid studie ontstaan. - WETTEN VAN MENDEL
Bij een kruising van twee homozygoten bezitten alle individuen uit de f1 generatie hetzelfde uiterlijk RR X WW Japanse wonderbloem R=ROOD W=WIT F1= RW ROZE R W gameten RW= F1 roze bloem
Bij inteelt van de F1 generatie ontstaat er een F2 generatie, waarin een splitsing is opgetreden: 75% van de individuen heeft de eigenschap van de ene grootouder en 25% heeft de eigenschap van de andere grootouder. RW X RW F1 GENERATIE RW RW gameten 1RR 2RW 3RW 4WW F2 1RR = rood 25% , 2/3 RW = roze 50%, 4WW = wit 25%
Wanneer men twee individuen met elkaar kruist, die in meer dan een factor me elkaar verschillen, dan erven deze factoren onafhankelijk van elkaar over. Men heef later afwijkingen van deze wet ontdekt; zoals intermediaire vererving.
Het maakt geen verschil in resultaat of men van een proefdier X een vrouwtje of een mannetje neemt en van proefdier Y een mannetje of een vrouwtje, indien men X en Y wilt kruisen met elkaar.
Voortplanting is het compenseren van de doden en doorgeven van erfelijke informatie Voortplanting vindt plaats door een paringsritueel, daarbij gebruikt men de geslachtsdelen, op deze manier brengt de reu zijn sperma in en zullen de spermatozoïden de eicellen proberen te bevruchten. De kern bevat het z.g. DNA Desoxyribonucleïnezuur dit bevat de informatie hoe de cel eruit moet zien, hoe het moet werken, hoe hij zich moet delen. Deze informatie ligt gecodeerd opgeslagen in de structuur van het DNA. De complexiteit is zeer groot, het is een encyclopedie waarvan we hoofdstuk 1 nog niet uit hebben. Onze erfelijke eigenschappen liggen vast in bepaalde structuren, n.m. reuzengrote moleculen DNA , deze DNA moleculen zijn weer "verpakt" in bepaalde structuren, Die we chromosomen noemen.
Een gen is een bepaald stuk DNA dat aanleiding geeft tot de vorming van een bepaald eiwit. Er wordt eerst een stuk DNA overgeschreven in de vorm van RNA dit wordt verwerkten er ontstaat functioneel mRNA dit wordt weer vertaald in eiwit. Als dat eiwit gemaakt is, verandert en aangepast om optimaal zijn functie te kunnen verrichten. Chromosomen
DNA STRENGEN
PRIMAIRE STRUCTUUR EIWITTEN Dubbelstrengs DNA ========AAAA========BBBBBBBBBB==========CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC==== \ voorloper mRNA _________AAAA_________BBBBBBBBBB___________CCCCCCCCCCCCCCCCCCCC_____ \ \ \ ===AAAABBBBBBBBBBCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC================== mRNA translatie \ eiwit AAAABBBBBBBBBBCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC\modificatie + optimalisatie \ 8--AAAABBBBBBBBBBCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC--(afgewerkt eiwit
Eiwitten zijn verbindingen die zijn opgebouwd uit 20 verschillende soorten aminozuren, het zijn polymerenverbindingen. De volgorde van deze aminozuren in de vele duizenden eiwitten die in de natuur voorkomen bepaald de vorm en functie van elk eiwit en is dus een uiting van en specifiek stuk genetische informatie, het is De expressie van een erfelijke eigenschap. Reeds opgemerkt is dat de genen in elke cel in tweevoud aanwezig zijn . Zijn beiden gelijk dan spreekt men van Homozygoot. Bij een afwijking in een gen, ontstaat er een verkeerd eiwit, gevolg Y ziektes . Bij een aantal ziekten is een van de twee genen afwijkend en geeft aanleiding tot een bepaald ziektebeeld. Dit gen is "dominant" het zieke gen domineert het normale gen. Een hond die cellen heeft met een gen met zo’n afwijking wordt DRAGER genoemd. Dit foute gen is in elke lichaamscel terug te vinden, ofschoon er dus maar een van de twee genen ziek is onstaat er toch zulke verschijnselen. Bij andere afwijkingen is de werking van een ziek gen zwakker dan de werking van het normale gen dit heet RESESSIEF gezond of ziek, de hond heeft geen last. Het normale gen compenseert de werking van het foute gen zo’n drager is dus gezond. voortplanting en celdeling > Mitose>celdeling>specialisatie iedere cel is identiek op chromosoom informatie >groei>gespecialiseerd onderdeel>Hond.
MEIOSE (SEXUAL REPRODUCTION)
voortplanting en celdeling > Aantal chromosomen hond 78, zaadcel en eicel 2*39 bij bevruchting ontstaan er weer 78 De bevruchte eicel ( zygote) heeft dus 78 chromosomen Ribosomen zijn de fabrieken die de instructies hebben de informatie van het DNA te decoderen en vertalen om eiwitten te kunnen maken.
NUCLEUS The DNA in each chromosome is a single, very long, highly coiled molecule subdivided into functional subunits called genes. Genes contain the coded instructions for the assembly of polypeptides and larger proteins. Together the chromosomes contain all the information needed to build an identical functioning copy of the cell.
De paren gaan door crossingover van de chromatiden (enkele chromosoom streng) nieuwe chromosomen vormen ( transcriptie) XX *XY (DIT IS OMGEKEERD BIJ VOGELS) X X X Y XX XY XX XY 50% n en 50% * in theorie maar in de realiteit is dit anders;
De verschillen per ras/ variëteit/ kleur, etc, is soms erg groot! Onverklaarbaar groot maar er is nog steeds geen evident bewijs gevonden, Wel dat in sommige gevallen de geslachten gekoppeld zijn aan kleur. De invloed van de wetenschap en andere invloedsfactoren is heel erg groot op de moderne fokkerij en eigenlijk zonder dat iemand er bij stil staat is deze van genetisch belang. Hoe groot is de genetische invloed van de wetenschap op de rashonden fokkerij dan wel?. De rashondenfokkerij wordt bewust en onbewust beïnvloed in hun selectie van de ouderdieren om tot een betere rashond te komen, ten goede en soms ten kwade. Vaak heeft de fokker niet eens in de gaten dat hij/zij gestuurd wordt in een bepaalde richting of door ondeskundigheid een verkeerde beslissing neemt in zijn selectie van de ouderdieren. Al is de bovenstaande vraag door U niet te beantwoorden bewust of onbewust is de invloed op de fokkerij groot en in onderstaand schema kunt U zien hoe groot. Selectie geschied dus via input d.w.z. inbreng van regels/beslissingen van andere instanties etc, of door advies van dierenartsen maar ook de beslissing welke de fokker zelf neemt; hier op deze punten is men dus al aan het selecteren. Het enige alternatief hiervoor kan zijn om alle reuen de gelijke kans te geven om alle teven te dekken maar dan verliezen we de rassen en is er geen genetische vooruitgang meer. De resultaten van Universitair-onderzoek worden aan de Dierenartsen doorgegeven via de opleiding van de studenten, de referaten (studieverslagen) en via de post Universitaire bijscholingen van de dierenartsen, hierbij is de rol van de Farmaceutische industrie ook van belang daar deze veel tijd aan onderzoek besteden en vaak tot verbluffende resultaten komen. Het gebruik van DNA onderzoek wordt in de Europese kynologie nagenoeg nooit toegepast. De meeste Universiteit onderzoeken op het gebied van honden worden verricht in Groot- Brittannië en de USA, de reden hiervoor is vaak omdat de financiële bijdrage aan onderzoekingen vanuit de bedrijven meer gebruikelijk is in onze landen. De standaardcommissies hebben hun rol in de beschrijvingen van de rasstandaarden van de rassen als deze wijzigen dan dient men zich naar de nieuwe standaard te richten wat uiteraard heel wat generaties kost ,helaas wordt dit nogal eens vergeten. Niet goed is het volgende; het komt soms voor dat een ras door een modetrend in type doorgeslagen is van een functioneel origineel type naar een uiterst aantrekkelijk show model op dat moment gebeurde het dat de rasstandaard naar dit nieuwe model wordt aangepast (dit is enkele jaren geleden gebeurt bij een ras in de USA). De beslissing van de fokker in zijn keuze van welke reu en teef spreekt voor zich, de rol van de KMSH en de rasclub (fokcommissies) die van invloed is op de regels die worden gesteld aan b.v het bekomen van stambomen,de voorwaarden tot het bekomen van de titel Nationaal Kampioen , pupbemiddeling, etc. Dit alles heet Selectie; het manipuleren van de fokkerij. Selectie is niet meer dan de frequentie van een gen of genengroep een of meerdere keren of helemaal niet te veranderen. Dit kan zijn onder invloed van de fokkerij in iemands eigen kennel, of in het land waar men woonachtig is maar ook daarbuiten in een ander land. Omdat in de kynologie, de rashonden al lang niet meer via natuurlijke selectie gefokt worden is het van het grootste belang dat de fokker kennis heeft van de erfelijkheid principes, om enigszins te weten wat de uitwerking kan zijn van een beslissing als men een nest fokt. De diergeneeskundige vooruitgang heeft ervoor gezorgd dat er nu honden in leven gehouden kunnen worden die decennia geleden zouden sterven. Een voorbeeld hiervan is het volgende; een kennis van mij heeft zich gespecialiseerd in de kanker bestrijding bij huisdieren met groot succes, dit heeft wel tot gevolg dat de honden die ziek zijn tegelijk als proefdier worden gebruikt zodat hij de meest recente nieuwe medicijnen al in het vroegste proefstadium kan gebruiken. Uiteraard hangt aan deze behandelingen een prijskaartje. Andere voorbeelden zijn de vele orthopedische afwijkingen die door specialistische hulp verholpen worden, zoals bekkenkanteling bij de HeupDysplasie honden, het opereren van honden die lijden aan OsteoChronDritis honden, ook de onvruchtbare honden probeert men op alle mogelijke manieren vruchtbaar worden gemaakt en veel andere afwijkingen, die het leven zeer onaangenaam kunnen maken voor een hond en eigenaar. Daarom moet de fokker, om bovenstaande redenen, weten waarom sommige honden geweigerd dienen te worden voor de fokkerij. Het is niet genoeg om aan bepaalde niets zeggende reglementen te voldoen, opgesteld door ondeskundigen inzake als men toch met honden fokt die nauwelijks of geen fokwaarde hebben..
Mutatie; Natuurlijke mutaties komen zelden voor de kans is van 1: 10.000 > 1: 1.000.000 daarom is een mutatie zo goed als te verwaarlozen. Migratie; Migratie is het inbrengen van fokdieren met nieuwe genen van een andere populatie in de eigen populatie. Voorbeeld hiervan is: een hond importeren van de ene kennel naar de andere kennel. Dit kan een groot effect hebben op de "genen frequentie" (het aantal keren voorkomen van dezelfde genen voor een of meerdere eigenschappen) . Maar omdat dit veel voorkomt het gebruiken van elkaar honden of z.g. bloedlijnen binnen een ras, heeft dit weinig effect op het ras in zijn geheel. Echter het komt voor dat een enkele fokker zo streng zijn eigen foklijn volgt en bij hoge uitzondering eens een hond gebruikt van een andere afstamming dat er wel degelijk een Effect te zien is. Zonder U lastig te vallen met wiskundige reken voorbeelden zijn er in dit geval 2 factoren van belang. De mate van inbreng op een populatie; b.v. van een kennel 1 hond op 3 aanwezige honden of b.v 1 hond op de 10 aanwezige honden. De mate van verwantschap in de voorouders zijn er gelijke/ongelijke genen aanwezig. Hoe verder weg het verwantschap of hoe meer een bloedlijn is geïsoleerd geweest des te groter de invloed de import heeft. Selectie; Dit is de belangrijkste factor van invloed op het genetisch bestand in een hondenras. De fokker die een nest gaat fokken beslist immers welke reu of teef er wordt gebruikt. Het effect van iedere selectie is afhankelijk van de graad en overwicht van een eigenschap of weerstand van die eigenschap en het gebruik van de vererving voor die eigenschap. Er zijn wiskundige berekeningen waar ik U hier niet mee zal vervelen, waarmee er exact kan berekent worden hoe er vererft wordt . Een ander feit wat ik U niet wil onthouden is dat de wetenschapper Falconor (1960) heeft bewezen dat het nagenoeg onmogelijk is een recessief schadelijke eigenschap uit te roeien, b.v.; Met gebruik van Falconors wiskundige stelling kunnen we berekenen hoe lang het duurt om een recessieve Schadelijke eigenschap te elimineren, we hebben een aantal aangetaste pup van 1:300 die hebben ieder de helft van de beide ouders dus die moeten we reduceren wat 1:600 wordt, hoe lang duurt dit? We stoppen deze getallen in Falconors formule => uitkomst is 7.2 generaties bij de honden duurt een generatie gemiddeld 4 jaren, dat geeft dus 4*7.2 b 28 jaar !! De meeste fokkers houden de hondenfokkerij geen 28 jaar vol en zelfs na die tijd zullen er nog pups zijn die het recessieve gen bij zich dragen. Natuurlijk is de tijdspanne theoretisch en te beïnvloeden door kort achtereen of op jonge leeftijd met de honden te fokken, maar vergeet a.u.b. niet dat hoe zeldzamer een eigenschap is des te moeilijker is deze weg te fokken. Selectie van polygenetische eigenschappen; Nagenoeg alle eigenschappen en kenmerken van onze honden worden door meerdere genen overerft. Als er een aantal honden worden geselecteerd uit een groep voor de fokkerij, die voor een bepaalde eigenschap (b.v hoogte) worden gebruikt dan zal na een aantal generaties de gewenste eigenschap (b.v .hoogte) aanwezig zijn in de groep. Als een ander voorbeeld kan dienen de nestgrootte van een teef welke gemakkelijk en snel te selecteren is, selecteert men hierop met een aantal teven dan zal vrij snel de nestgrootte groter worden. Een fout die veel fokkers maken wanneer een teef niet opneemt of weinig puppies heeft de reu als schuldige aanwijzen, dit is verkeert het komt maar al te vaak voor dat de fokker zelf onervaren is en dat er geen hulp wordt ingeroepen van experts in het fokken en wijze raad als fabel de wind in slaan. Het is goed mogelijk dat de teef een bacterie of virus in de baarmoeder/cervix heeft dit komt de laatste jaren maar al te vaak voor. Het kan ook zijn dat de reu geen zaadcellen of althans geen goede gezonde zaadcellen heeft. Een gezonde teef zal bij een goede dekking op de vruchtbare dagen opnemen.
Ik mag er van uit gaan dat elke fokker er naar streeft om het ras dat hij/zij fokt te verbeteren, en op z’n minst in een goede kwalitatieve stand te behouden. Alle voorgaande Theorie wordt soms toegepast zonder dat de individuele fokker dit zichzelf realiseert, maar veruit de meeste nesten worden gefokt omdat een reu en een teef aanwezig is, of zeer nabij aanwezig is (afstand in Km), dan fokt er een aantal fokkers op stamboom, men kijkt hoe vaak een naam voorkomt, die wel of niet goed is volgens henzelf en bepaald op deze wijze of het nest gefokt kan worden. Naar mijn idee is het mogelijk om gebruik te maken van de stambomen, ik doe dit immers zelf ook en in mijn computer heb ik een stamboomprogramma dat voor mij precies uitrekent hoe groot de inteelt- index is van mijn geplande combinatie.
Antw: als men de honden van 4-5 generaties kent beter is nog langer, anders is het louteren lijst van namen! ( kan ook m.b.v. foto’s) de biologische waarde is dat elke hond de helft van de genen van elk z’n ouder meekrijgt. Maar als men dit systeem toepast, is het wel van groot belang om alle honden te kennen die op een stamboom vermeld zijn, zowel de goede als de slechte eigenschappen. Indien mogelijk ook die honden die achter de honden zitten die niet meer vermeld zijn. (ook hier dient men rekening te houden met het feit dat de mogelijkheid aanwezig is dat er "fouten" zitten in stambomen). Doorgaans is selectie via stambomen een goed uitgangspunt wat wel zeker aan te bevelen is. Immers goede honden uit goede bloedlijnen vererven goede honden, ik weet dat deze stelling vaak wordt tegengesproken maar die fokkers die al wat langer meedraaien in de hondenfokkerij hebben dit toch net zoals ik ervaren . Op deze stelling is het foksysteem van inteelt-lijnteelt gebaseerd.
De definitie van inteelt is, het paren van dieren die meer verwant zijn aan elkaar dan de gemiddelde relatie is een populatie c.q. ras! v.b. broer met zus.
De definitie van lijnteelt is, het paren van dieren die verwant zijn aan elkaar is een populatie c.q. ras! Bij inteelt verdubbelen we het genen bestand langs vader of moeder zijde, hoe groter de inteelt des te meer verdubbeling we de genetische informatie . Inteelt is een machtig gereedschap, maar is niet per definitie goed, omdat we toch niet kunnen voorspellen wat het resultaat zal zijn en wat tot expressie komt! Inteelt is niet beter of slechter dan lijnteelt , het is meer een fabelverhaal dat dit beter zou zijn. (meervoudige overschrijving van dezelfde code, DNA random, etc) Als een eigenschap veel voorkomt in een ras b.v. langhaar dan is het zo als we dan inteelt/ lijnteelt uitvoeren er toch weer in beiden langhaar uitkomt, simpel en alleen omdat dit genetisch veel voorkomt in het ras, ander voorbeeld is : Lhasa Apso met goede harde vacht altijd maar kruisen met een die ook een goede harde vacht heeft krijgt niet anders meer dan goede harde vachten.
Dit is een integraal systeem met random selectie van ouderdieren.
Tip: - om type te bewaren; fokken met honden die in grote mate voldoen aan hetzelfde type. - let op geslachtstype, mannelijk en vrouwelijk - Kent u de honden op de stamboom? als dit niet het geval is, benader personen die de honden wel kennen of gekend hebben en vraag hoe deze honden waren.
©F.L.. van Tatenhove 1995-2016 Published by intercanis, BBSTB, e.a.
copyright,legal and email statement
Fokkerij van honden - fokken - foktechnieken - selectie- genetica lhasa apso homepage |