Je hoort het geregeld: "laat hem maar
castreren dan gaat het wel over". Met "hem" bedoelt men de reu en met "het" worden
diverse gedragsproblemen bedoeld. Agressie naar andere
honden en/of andere mensen, weglopen, het op de meest vervelende plaatsen de
poot oplichten, hypersexueel gedrag etc.
Vaak wordt deze ingreep als een soort
wondermiddel toegepast. Dat de resultaten niet altijd even
bevredigend zijn wordt als jammer beschouwd. Toch kan castratie een goed
hulpmiddel zijn bij gedragstherapie of
als middel om een klinisch probleem te verhelpen.
Als we allereerst naar de klinische
problemen kijken komen we een aantal ziektes tegen bij de reu die
verholpen of verbeterd kunnen worden door castratie.
Prostaatvergroting, voorhuidontsteking en tumoren in de teelbal worden positief
beïnvloed door castratie.
Bij de gedragsproblemen
liggen de zaken iets anders. Het mannelijk geslachtshormoon testosteron heeft in
belangrijke mate invloed op het gedrag van een reu. Tijdens
het leven, en zelfs al in de baarmoeder van de teef, heeft dit hormoon invloed
op het ontstaan van "typisch mannelijke hersenen". Terwijl ontbreken van
dit hormoon, zoals bij teven het geval is, zal leiden tot
het ontstaan van "vrouwelijke hersenen". Hierdoor ontwikkelen zich gedragspatronen
die specifiek zijn voor mannelijke dieren en die
verschillen van vrouwelijke dieren, bijvoorbeeld de specifieke manier waarop reuen
urineren.
Dit "pootje lichten"
komt echter ook af en toe bij teven voor. Ook ziet men wel
eens teven, vooral als ze (bijna) loops zijn, een andere teef bestijgen
en deze 'berijden'.
Maar al met al is dit gedrag typisch voor een reu en niet voor een teef.
Testosteron heeft dus nogal wat invloed op gedrag, maar ook
andere invloeden en met name leerprocessen spelen een grote rol in de ontwikkeling
van gedrag. Denk maar eens aan de laagste hond
in rang in een roedel die niet tot pootje lichten komt bij
het urineren omdat de dominantere honden in die roedel dat
niet toestaan.
Ook komt het voor dat een reu in zo'n
zelfde situatie nooit tot dekken komt. Verander roedel in huisgezin
en zie hier weer andere invloeden op de ontwikkeling van het gedrag van een hond.
Bij gedragsproblemen moet men daarom altijd de omgeving van
de hond bekijken en evalueren in hoeverre deze meespeelt in de ontwikkeling van
het gedragsprobleem.
Vooral bij agressieproblemen laat men reuen nogal eens castreren. Uit diverse
onderzoeken blijkt echter dat slechts enkele van de
verschillende soorten agressie afnemen na castratie en dan nog niet eens volledig.
Het meeste effect lijkt castratie te hebben op agressie
naar andere reuen, in ongeveer 60% van de gevallen neemt deze vorm van agressie na
castratie af. Ook agressie buitenshuis naar teven en
vreemde mensen neemt af, maar minder vaak: slechts in 25% van deze
probleemgevallen lijkt castratie te helpen.
Angst-geinduceerde agressie is geen indicatie voor castratie. Uit geen van de
onderzoeken blijkt dat castratie een oplossing voor dit
soort gedrag zou kunnen zijn. Bij dit type agressie spelen vaak veel andere dingen
mee, zoals slech?te socialisatie of bepaalde traumatische
erva?ringen. Een van de gedragsproblemen die wel aanzienlijk verbe?tert, is
weglopen en/of zwerven.
Ook het urinemerken, het "pootje lichten" op diverse plaatsen (en dan met name in
huis) vermindert sterk na castratie.
Seksueel gedrag ten opzichte van andere reuen zou eveneens behoorlijk verminderen
na castratie. Verder kan castratie overwogen worden bij
gedragsproblemen die ontstaan door seksueel gedrag naar teven en/of naar mensen
toe. Uitsluitend castratie heeft dus wel effect op het
gedragsprobleem, maar het effect is beduidend groter als tegelijkertijd gestart
wordt met gedragstherapie.
Het positieve resultaat wordt bijna verdubbeld als beide therapieën toegepast
worden. De gedragstherapie zou met behulp van een
gedragstherapeut opgestart kunnen worden, onder diens begeleiding kan dan bepaald
worden of castratie in dat specifieke geval van nut zou
kunnen zijn.
Verder heeft castratie nog enige invloed op de verdere lichamelijke gesteldheid
van de reu. Doordat het wegvallen van testosteron zorgt
voor een verhoogde etensdrang en het energieverbruik van de hond vermindert, kan
de reu dikker worden na castratie.
De voeropname en het gewicht van de hond moet in de gaten worden gehouden. Verder
neemt een aantal eigenaren na castratie van de reu een wat
verhoogde haaruitval waar, dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat
testosteron een haargroeibevorderende werking heeft (door
een positieve invloed op de eiwitsynthese) en deze werking valt na castratie weg.
Dit waren in het kort de 'voors' en 'tegens' van castratie bij reuen. Castratie
kan een positief effect hebben op een aantal lichamelijke
problemen en op bepaalde gedragsproblemen. Vooral bij dit laatste zal uitsluitend
castratie echter nooit DE oplossing zijn.
De begrippen castratie en sterilisatie
worden vaak verkeerd gebruikt. Bij castratie denken we meestal aan het
onvruchtbaar maken van mannetjesdieren. Bij vrouwtjesdieren zou het gaan om
sterilisatie. Dat is niet het geval, ook zij worden gecastreerd. Heel in het kort:
bij castratie worden zaadballen of eierstokken verwijderd (bij teven noemen we dat
ook wel "ovaria ectomie" en bij sterilisatie worden
eileiders of zaadleiders onderbroken. De navolgende informatie gaat specifiek over
castratie bij honden.
Bij de castratie
van een reu worden beide testikels (zaadballen) verwijderd. Uw hond gaat daarbij
volledig onder narcose. Een castratie heeft soms een medische, maar meestal een
praktische reden. Medische redenen zijn prostaatproblemen of tumoren in de
zaadballen. Praktische reden is natuurlijk dat uw reu niet ongewenst een teef kan
dekken. Vanaf het moment dat uw reu ongeveer zes maanden is komt hij voor
castratie in aanmerking.
Voordelen van castratie:
Het gaat om een operatie onder algehele narcose. Elke operatie brengt een zeker
risico met zich mee, al is dit bij de huidige anesthesiemiddelen heel klein.
Er is een kleine kans dat uw reu een urine-incontinentie na de castratie
ontwikkelt.
De reu heeft na de castratie de neiging om dik te worden. Door het aanpassen van
de hoeveelheid voeding kunt u het gewicht op peil houden.
Bij sommige reuen zitten één of beide testikels nog in de lies of zelfs in de
buik. Deze testikels kunnen ontaarden in tumoren. Het is echter niet nodig een
hond om deze reden te castreren, maar mocht uw hond om andere redenen in
aanmerking komen voor castratie of voor een andere operatie, overweeg dan deze
testikels gelijk te laten verwijderen uit de buik of lies.
De loopsheid kan op een aantal manieren voorkomen worden: tijdelijk met de
"prikpil" en de gewone "pil" en definitief door het verwijderen van de eierstokken
(ovariëctomie). De "prikpil" is een hormooninjectie. De eerste keer krijgt een
teef deze injectie drie tot vier maanden ná het begin van haar loopsheid
toegediend. Om de loopsheid blijvend te onderdrukken moet u deze injectie elke
vijf maanden laten herhalen. De kans op succes is 95%.
De "pil" is een hormoontablet die u dagelijks toedient. Het stelt de loopsheid
uit, maar is alleen zinvol als het uitstel van korte duur is.
Bij het gebruik van deze middelen is de kans op het krijgen van
baarmoederontsteking en/of melkkliertumoren net zo groot als bij een teef die
gewoon normaal loops wordt. Bij teven waarvan de eierstokken zijn verwijderd is
die kans echter kleiner.
U kunt de loopsheid definitief voorkomen door de eierstokken van uw teef operatief
te laten verwijderen (ovaria ectomie).
Een teef kan vanaf een leeftijd van 4 maanden worden
gesteriliseerd, voor de eerste loopsheid. Of twee
tot drie maanden na het begin van de eerste of tweede
loopsheid.
Top
Lhasa Apso puppies for sale Breed Information
Lhasa Apso information, Tibetan dogs from the roof of the world - dog breeder EL Minja's kennel